Carbid schieten in Stevensweert

Carbidschieten is een plaatselijk gebruik in sommige streken van Nederland. Het vindt gewoonlijk plaats op of rond de jaarwisseling. In Stevensweert sinds een aantal jaren op oudjaarsdag. Begonnen als een grap met slechts twee oude melkbussen is het uitgelopen tot een ware happening met meer dan 25 bussen. Jay Seegers, Marcel Jonk en Jort Geurts hebben een tentje gebouwd, enkele tonnen met vuur om het warm te houden, een drankje en een hapje. Belangstelling is er voldoende, zelfs van radio en tv. Ze hebben de veiligheid hoog in het vaandel staan, want de bussen zijn allemaal zo geplaatst dat ze de weilanden in schieten. De ballen en of deksels zijn goed met touwen vastgebonden. Het terrein is afgezet met dranghekken om al te nieuwsgierige mensen op afstand te houden. Het evenement is bij de gemeente gemeld en de mensen in de hele straat hebben ze op de hoogte gebracht. Ook waarschuwen de jongens voor harde knallen van grotere bussen. Ze willen door gaan tot het donker wordt, want alles moet weer opgeruimd worden.

Sponsoren hebben gezorgd dat de drie jongens financieel uit de kosten komen, denk aan de tent, de carbid, enz.  

Sommige mensen storen zich aan de luide knallen, die tot ver in de omgeving te horen zijn, anderen vinden het een traditie, die ook in deze tijd gehandhaafd dient te worden.

Bij een grote melkbus is de knal vaak oorverdovend. Daarom is het aan te raden om bij het schieten een goede gehoorbescherming te dragen, niet te dicht in de buurt van de bussen te komen en het van afstand te bekijken.

Om schade door het rondvliegende deksel te beperken wordt dit meestal vastgebonden met een stevig touw van enkele tientallen meters lengte. De uitdaging van het carbidschieten ligt hem in het uitkienen van het juiste tijdstip voor de ontsteking. Het is een sport een optimale knal te veroorzaken door de hoeveelheid carbid, de hoeveelheid water en de tijdsduur tot ontsteking te variëren.

De traditie gaat waarschijnlijk terug tot bij de Germanen, dus tot ongeveer het begin van onze jaartelling met hun joelfeesten (winterfeesten), hoewel er destijds nog geen carbid bestond.

Carbid werd voor de Tweede Wereldoorlog gebruikt voor de verlichting op fiets of auto. Carbid werd ook door de meeste smeden in het dorp gebruikt om te lassen, ook in Stevensweert. Er was dus eenvoudig aan te komen.

Vroeger werden veelal kleine busjes gebruikt, waarin de Maggiblokjes zaten, omdat die voorhanden waren. Melkbussen waren op het platteland ook ruim voorhanden, maar die hadden de boeren zelf nodig.

Carbidschieten is niet ongevaarlijk, zeker niet bij ondeskundig handelen. Om de knal zo hard mogelijk te maken worden deksel of bal vaak met een hamer vastgeslagen in de opening. Als het deksel echter te stevig vast zit in de opening, kan de bus uit elkaar spatten. Ook door het rondslingeren van de deksel kan het gevaar opleveren. Daarom is de deksel vastgemaakt aan een touw.